Een landschappelijk waardevol agrarisch gebied (‘LWAG’) is een specifiek type agrarisch gebied dat op de gewestplannen in Vlaanderen is aangeduid vanwege zijn bijzondere landschappelijke waarde. Dit betekent dat het gebied niet alleen belangrijk is voor landbouwactiviteiten, maar ook vanwege zijn esthetische, ecologische en culturele waarde.
In een LWAG gelden vaak strengere regels voor bouw- en vergunningsaanvragen om het karakter van het landschap te behouden, de landschappelijke kwaliteiten te beschermen tegen ongewenste veranderingen die de visuele en ecologische integriteit van het gebied zouden kunnen aantasten.
Overheden kunnen vergunningsaanvragen in LWAG slechts inwilligen indien voldaan is aan de volgende voorwaarden:
1. Verenigbaarheid met de agrarische functie:
De agrarische gebieden, en bijgevolg ook de LWAG, zijn bestemd voor landbouw in de ruime zin. Boerderijen zijn uiteraard toegestaan, maar echter ook para-agrarische bedrijven.
Men spreekt over para-agrarische activiteiten indien ze nauw aansluiten bij de landbouwfunctie en erop afgestemd zijn. De rechtspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen interpreteert dit begrip echter niet eenduidig, wat vaak tot discussie leidt.
Zo worden paardenveehouderijen en – fokkerijen doorgaans als para-agrarische bedrijven beschouwd, in zoverre deze activiteit professioneel gebeurt. Indien de paarden recreatief als sportpaarden worden gehouden en afgericht, is het niet langer para-agrarisch. Ook hippotherapie wordt door de RvVb als para-agrarisch bestempeld, ondanks dat de link met de landbouwfunctie minder duidelijk aanwezig is.
Een bedrijf dat zich daarentegen richt op het herstel en onderhoud van landbouwmachines en -werktuigen is voor de RvVb echter geen para-agrarisch bedrijf.
Want woningbouw betreft, staat het vast dat dit slechts kan worden toegelaten in LWAG indien dit noodzakelijk is voor de exploitatie van een (para) agrarisch bedrijf. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning zonder landbouwfunctie zal worden geweigerd.
2. De schoonheidswaarde van het landschap mag niet in het gedrang komen:
Een essentiële voorwaarde voor vergunningsaanvraag in LWAG, is dat ze overeenstemt met de schoonheidswaarde van de omgeving. Bijgevolg kunnen landbouwbedrijven slechts worden vergund indien ze esthetisch binnen de waardevolle omgeving passen en het landschap niet verstoren.
3. Besluit:
Enkel indien aan beide voorwaarden is voldaan, kan de vergunningverlenende overheid een omgevingsvergunning verlenen. Omwille van de strenge voorwaarden en de uiteenlopende rechtspraak, is er heel wat ruimte om voor of tegen te beargumenteren.
Wordt u geconfronteerd met een bedrijf dat zich wil vestigen in LWAG, maar dat er eigenlijk niet thuishoort? Ons kantoor staat u hierin met veel plezier bij!