· 

De huwelijksgemeenschap en de langstlevende echtgenoot

Wanneer u met uw partner er voor kiest om samen in het huwelijksbootje te stappen, dan zal er tussen u beiden in principe een onverdeeldheid ontstaan, met name de huwelijksgemeenschap. Elk van u zal daarbij als onverdeeld mede-eigenaar aanspraak maken op de helft van dit gemeenschappelijk vermogen.

 

Wanneer één van u beiden nadien komt te overlijden, dan betekent dit dat de huwelijksgemeenschap zal worden vereffend en verdeeld en deze cru genomen in twee gelijke delen zal worden verdeeld.

 

Het aandeel van de langstlevende echtgenoot in deze onverdeeldheid, aldus de helft, zal in diens volle eigendom terechtkomen. Het aandeel van de eerststervende, aldus de andere onverdeelde helft in het huwelijksvermogen, zal samen met zijn eigen vermogen terechtkomen in diens nalatenschap.

 

Deze nalatenschap dient op zijn beurt te worden vereffend en verdeeld waarbij moet worden nagegaan wie tussenkomt als erfgenaam, waaronder bijvoorbeeld de kinderen van de eerststervende.

 

Daar de erfgenamen eigenaar worden van de nalatenschap van de eerststervende echtgenoot, worden zij tevens eigenaar van diens onverdeeld aandeel in de huwelijksgemeenschap zodat zij rekening zullen moeten houden met de langstlevende echtgenoot als eigenaar van het ander onverdeeld aandeel van de huwelijksgemeenschap.

 

Maar vooral omgekeerd zal de langstlevende echtgenoot plots rekening moeten houden met de tussengekomen afstammelingen.

 

Om er voor te zorgen dat de langstlevende echtgenoot niet wordt geconfronteerd met de erfgenamen van de eerststervende, kunnen de echtgenoten met oog op een maximale bescherming van het huwelijksvermogen kiezen een huwelijkscontract op te stellen waarin zij een verblijvingsbeding overeenkomen.

 

Het doel van het verblijvingsbeding, ook wel het “langs-leeft-al-beding” genoemd, spreekt voor zich: de langstlevende echtgenoot het gehele huwelijksvermogen toewijzen zonder tussenkomst van andere erfgenamen.

 

In de praktijk wordt evenwel veeleer geopteerd voor een alternatief, met name het keuzebeding.

 

Hierbij heeft de langstlevende echtgenoot letterlijk de keuze wat hij of zij wil doen met het aandeel van de eerststervende in de huwelijksgemeenschap.

 

In de meest vrije vorm kan de langstlevende onder dergelijk beding kiezen welke goederen hij of zij naar zich wil toetrekken, dan wel welke goederen alsnog in de nalatenschap mogen komen van de eerstervende.

 

Uiteraard dienen ook de fiscale gevolgen, en dan meer concreet de te betalen erfbelasting mee in rekening te worden genomen wanneer men er (i) voor kiest om één van voorgaande bedingen op te nemen in het huwelijkscontract en (ii) wanneer men concrete uitwerking geeft aan het keuzebeding.

 

 

Heeft u vragen in verband met de wijze waarop uw huwelijksgemeenschap zal worden verdeeld bij overlijden, dan kan u ons steeds contacteren voor een afspraak, hetzij per mail via info@advocaten-heist.be  dan wel telefonisch op nummer +32 15 22 14 29.